Nederlandse maakindustrie toekomstbestendig

De machines van de be- en verwerkers van hout draaien overuren. De bouw doet het immers goed en de consument wil weer geld uitgeven. Uitbreiding van de productie is aan de orde van de dag. Enkele bedrijven doen verslag.

Marcus Kloos, voorzitter branchevereniging Dutch-Man en directeur Lamico in Winschoten

Industrie aan de bal
“Tot maart 2018 ben ik nog directeur van Lamico, specialist op het gebied van verlijmde houten panelen. Helaas bleek 2017 voor ons een lastig jaar. Ten eerste gingen onder invloed van inkoop-tender-systemen de verkoopprijzen ten dele omlaag en stegen de ruwhout-prijzen dit jaar fors. Het gevolg is dat wij wel hetzelfde of zelfs meer volume hebben geproduceerd en verkocht dan vorig jaar, maar dat de marge sterk onder druk is komen te staan. Wij zullen het jaar desalniettemin positief afsluiten.
Voor 2018 ziet het er beter uit. Om uit te kunnen breiden hebben wij een stuk grond van de buurman gekocht. Daar komen twee nieuwe hallen op te staan: één voor extra opslag en één voor de productie. Begin 2018 ga ik met pensioen en dat geeft mij volgend jaar tijd om me aan het onbezoldigde voorzitterschap van Dutch-Man te wijden, de representatieve branchevereniging van de Nederlandse borstel-, kwasten- en houtwarenproducenten. Ik vind het een eer om twee jaar aan deze schitterende club leiding te mogen geven. Het overgrote deel van de leden bestaat uit familiebedrijven en we vallen allemaal onder de noemer MKB Industrie. We zijn trots op Dutch-Man, want de Nederlandse maakindustrie is geworteld in traditie maar tegelijkertijd door innovatie en marketing toekomstbestendig. Ik verwacht dat Dutch-Man binnen de houtverwerkende industrie – maar ook daarbuiten – steeds meer wordt herkend en erkend als een echte belangenbehartiger voor de maakindustrie.”

Bron: Houtwereld 44 | jaargang 70